
Daar zitten we dan. Van de ene op de andere dag in een strenge lockdown. De vrees van vorig jaar, dat we te veel zieken zouden hebben en te weinig bedden, verpleegkundigen en zorgcapaciteit zou dan nu alsnog waarheid kunnen worden. Alles is gesloten en iedereen wordt gevraagd binnen te blijven en alleen voor strikt noodzakelijke aangelegenheden de deur uit te gaan.

Leeg en verlaten
En zo komt het dat ons mooie eiland instant een lege, verlaten plek wordt. Even lijkt het leuk om de fiets te pakken en in de uren dat het mag in alle rust door de stad te fietsen. Maar het voelt unheimisch. Verlaten en doodstil. Slechts een enkeling op straat, allemaal een beetje bang voor wat ons te wachten staat.
Gesloten
Twee keer per week de straat op om boodschappen te doen en dan zo snel mogelijk weer naar huis. Overal mondkapjes, overal afstand. Overheidsinstanties, winkels en restaurants gesloten, toeristen die in en bij hun hotel moeten blijven, kerkgangers die thuis de dienst moeten volgen en scholen dicht.

De laatste horde
Van week zei iemand me: ‘Let’s hope it’s the last hurdle’. Ik hoop het met hem, want het welzijn van de mensen op Curacao – zowel economisch als sociaal – kraakt onder het loodzware Corona juk.
Ondernemersgeest
Het enige wat we kunnen doen is positief blijven. En daarbij trots zijn op onze veerkracht en creativiteit als het gaat om sociale en zakelijke initiatieven. Mensen – stichtingen en particulieren – proberen elkaar te helpen . Met kleine individuele gestes en grote projecten. Ook de inventiviteit van de Curaçaose ondernemers is lovenswaardig. Er wordt richting consument van alles bedacht en uit de kast gehaald om de business overeind te houden, in afwachting van betere tijden.
Moed houden
Ik zag vanochtend op Facebook deze post voorbij komen:

En zo is het. Veel moed iedereen! Er komt een keer een eind aan.
Susanne van Sambeeck

Wil je reageren op dit artikel? Geef een reactie.