Hensley Meulens naar de top

Helden

De 48-jarige slagcoach van de San Francisco Giants en de bondscoach van het Nederlandse honk­balteam schuift bij me aan op het terras van Ocean Club Saint Tropez. ‘Eén van de mooiste plekjes van Curaçao’, aldus Meulens. Het is inderdaad een prachtige plek, zeker als je tegenover een leven­de baseball legende zit, die door de Nederlandse en Amerikaanse pers wordt omschreven als een natuurlijk leider en ervoor heeft gezorgd dat Curaçao is uitgegroeid tot één van de favoriete kweek­vijvers van de Amerikaanse Major League.

De weg naar de top

‘Ik ben min of meer per ongeluk in het honkbal beland. Ik voetbalde bij Willemstad en kreeg daar een uitnodiging om baseball te komen spelen. Er zou een baseball team worden opgericht. Samen met een vriendje – negen jaar waren we toen – gingen we op pad. Frank Curiel, voor mij en vele anderen de godfather van het honkbal op Curaçao, hielp Johnny Acumbero alias Small zijn nieuwe team te kiezen. Curiel liet ons spelen en koos de spelers uit de zestig jongens die naar het veld waren gekomen. Dertien namen werden afgeroepen en pas toen viel de naam Hensley Meulens. Ik was de laatste in de rij, omdat ik niet de beste was. Ik had nog nooit baseball gespeeld. Mijn power was goed, ik kon heel hard slaan (red. Hensley’s bijnaam Bam-Bam komt niet uit de lucht vallen), maar was geen sprinter. En ik kon ook nog niet heel goed vangen op dat moment. Maar Curiel zag mijn ruw talent.’

Gymleraar

Op zijn achttiende werd Hensley gecontracteerd door dé club in de USA baseball scene: de New York Yankees. Het klinkt als een verhaal uit een jongensboek. ‘Ik zat op school en speelde baseball in mijn vrije tijd en werd al een paar jaar gevolgd door belangrijke Amerikaanse teams, zoals de Texas Rangers en de New York Yankees. De grote clubs wilden me allemaal in hun team, maar het plan was om te gaan studeren in Nederland. Dat deden we toen allemaal. Ik mocht van mijn ouders wel een week gaan trainen met de New York Yankees in de Dominicaanse Republiek. Zonder enige verwachting gingen mijn vader en ik op weg. Het regende veel. Pas op één van de laatste dagen liet het weer het toe een wedstrijd te spelen. Daar maakte ik 2 maal 2 punten, zowel bij het binnenkomen als bij het slaan.’

Comittment

‘Na de wedstrijd wilde Fred Ferreira, de scout van de New York Yankees ons direct in zijn kantoor zien. Bij binnenkomst zei hij: “Tekenen, nu meteen”. Het was destijds het grootste contract ooit dat aan iemand uit het Caribisch gebied was aangeboden. Maar mijn vader zei: “Dat gaat niet gebeuren. Hensley moet volgend jaar met de Nederlands-Antilliaanse selectie naar het WK in Spanje”.De scout viel bijna van zijn stoel’, lacht Hensley. ‘Het ging niet over geld, maar over commitment naar het nationale team. Fred Ferreira gaf ons de opdracht eens na te vragen wat een profcarrière bij de New York Yankees betekende en wilde ons de volgende ochtend terugzien. Er werd die avond over en weer gebeld met mensen op Curaçao waarvan mijn vader en ik dachten dat zij verstand hadden van het Amerikaanse profcircuit. Vergeet niet dat ik in die tijd nog nooit in Amerika was geweest.’ Ook moeder Meulens werd telefonisch geconsulteerd. Hoewel ze meer zag in de opleiding tot gymleraar, stond ze achter de beslissing van Hensley. De rest is geschiedenis: een geweldige carrière bij de topclubs van de Verenigde Staten en Japan, een vijfde plaats met het Nederlandse team op de Olympische Spelen van 2000 in Sydney, een booming carrière als hitting coach bij de San Francisco Giants én bondscoach van het Koninkrijksteam.

Honkvast

Toch is Hensley zijn geboortegrond nooit vergeten. ‘Ik werk overal ter wereld, maar ik woon op Curaçao. Het eiland is mijn vaste honk. Ik hecht veel waarde aan deze plek op aarde en ben graag in de buurt van mijn familie. Dat ik hiervoor heel veel in het vliegtuig moet zitten, heb ik er graag voor over.’

Rest mij de vraag, die me al het hele interview op de lippen brandt te stellen: Hoe krijg je het voor elkaar al die spelers met een sterrenstatus van formaat zo ver te krijgen op Curaçao geheel belangeloos de jeugd te trainen?

Hensley lacht: ‘Dat gaat vanzelf. Ik help anderen, altijd. Als je dan zelf iets nodig hebt, is het niet moeilijk om steun of hulp te krijgen. De spelers die ik vraag naar Curaçao te komen om te helpen doen dat graag. Ze zijn net als ik dankbaar voor wat ze hebben bereikt. Ze doen het met plezier. Ik ook.’ Bescheiden is hij zeker, Hensley Meulens. Aimabel ook. Geen sterallures en met beide voeten op de grond, ondanks zijn indrukwekkende sportcarrière. Curaçao mag met recht trots op hem zijn.

Lees hier het online woon & lifestyle magazine LaVida Curaçao nummer 1 

Wil je reageren op dit artikel? Geef een reactie.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *